Het plan: fietsen naar ’t Zeetje en de hele kustlijn afrijden om dan terug te fietsen naar huis. In totaal goed voor 330km in het zadel. Afhankelijk van de benen fiets ik dit in één trek door, anders splits ik het op in een 2-daagse tocht. “Go with the flow” is mijn mindset voor dit weekend.

Via Komoot stippel ik een route uit met een paar vaste punten: Brussel, mijn start -en eindpunt, een extra punt in Cadzand, de meest oostelijke badplaats van onze kustlijn, en een laatste in de Panne, het meest westelijke punt van de Belgische kust. Komoot verbindt de punten tot een mooie taartvorm, fijn uitgesneden uit onze Plat Pays. Ik begin al te watertanden! De route is op z’n minst al één zekerheid waar ik mij op kan focussen. Voor de rest komt er niet veel voorbereiding aan te pas. Ik wil me niet vastpinnen, ik wil het avontuurlijk houden. Ik neem een bivakzak mee om van elk plekje mijn thuis te maken. Op het strand? In de duinen? In een veld? Bij een boer? In een tuin? Het wordt alleszins een nacht onder de sterrenhemel. Bevoorrading zie ik wel onderweg, met 5000 frietkoten is eten en drinken nooit ver weg in ons Belgenland.

Ik ben vroeg uit de veren. Het is 5u30 en de zon moet nog opkomen. Hij is wat verlegen geweest de voorbije weken, maar dit weekend belooft hij door te komen. Bestemming ’t Zeetje, het is toch altijd speciaal om daar te zijn, een leuk doel die mij motivatie geeft om dat tandje bij te steken. De zee zien, daar kijk ik naar uit.

Het is een rustige start. De route is overheersend vlak, dus ik kan een mooi tempo aanhouden en dat zonder tegenwind. Het was een ander verhaal een paar jaar geleden toen ik voor de eerste keer naar de kust fietste. Deze keer word ik geholpen met zijdelingse duw in de rug van een subtiele noorderwind. Een aangename heenrit dus.

De fijne grindpaden van het Zwin verwelkomen mij als een rode loper naar de zee. Tegen de middag ben ik Cadzand. Vandaar uit strekt de Belgische kust zich 60km lang tot aan de Panne. Een kustlijn die mij door alle badplaatsen zal gidsen, het toeristisch uitstapje van de dag. Cadzand, Knokke, Zeebrugge, Wenduine, De Haan, Oostende, Nieuwpoort & De Panne, van oost naar west verzamel ik ze allemaal. Via dijken wordt ik van de ene badplaats naar de andere gebracht, al golvend tussen drukte en rust… de zon(dvloed) heeft de mensen naar de zee gebracht. Grotendeels volg ik de Kustroute, een uitgestippelde fietsroute langs de Noordzee.

Het is 16u, tijd voor een taartje en een koffie bij Patisserie Antoine. Mijn Wahoo geeft 190km aan. Nog 140 te gaan. De benen voelen nog goed, dus mijn kop’ke zegt: “rijd maar tot thuis”. Het is beslist, ik doe het in één dag, geen overnachting nodig dus. Ik bijt wel door.

De duinen vervagen naar velden en de zakkende zon begint te glinsteren door de maisvelden heen. Na 200km geniet ik nog van het fietsen. Die mentale grens kom ik later nog wel tegen. Voorlopig is het even genieten. De snelheid, de zon, de frissere avondlucht, en de vrijheid.

Het frietkot van Staden wordt mijn volgende bevoorradingsstop: een kleine friet met stoofvlees saus & mayo. Koolhydraten en zouten zijn terug op pijl. Ik kan weer vertrekken. Nog 70 km te gaan, ik zit op de grens van West -en Oost-Vlaanderen, tevens op mijn mentale grens. Tijd om op mijn tanden te bijten. De Vlaamse Ardennen en het Pajottenland geven mij een paar kuitenbijters die het einde extra uitdagend maken. Gelukkig brengen de mooie vergezichten en de zomerse zonsondergang mijn focus af en toe terug van ‘afzien’ naar ‘genieten’.

Ik kom thuis rond middernacht, de lus is rond. 330km in 17u, I did it! Mijn persoonlijk record van 300km is bij deze ook verbroken (zie Little Belgium, 300km Strava art challenge). Het was een mooie rit. Afzien en genieten tegelijk, ‘de balans van het leven’ om het filosofisch uit te drukken. Ik had er nood aan, adventure time, me time, een nieuwe uitdaging… Mijn zondag wordt alleszins een welverdiende rustdag!

Fietsen